Willem Boogman

composer


 

duur

ca 18 minuten

in opdracht van

Output Festival 2007

opgedragen aan

Wiek Hijmans, Alan Thomas and Olaf Tarenskeen

premiere

30 oktober 2007
Output Festival
Amsterdam, Muziekgebouw aan 't IJ

Alan Thomas - elektrische gitaar

Genieting - de cyclus

›Genieting IV‹ is het vierde werk uit een reeks solostukken onder de titel ›Genieting‹.
›Genieting‹ is de vertaling van het Franse woord ›jouissance‹ zoals gebruikt door de filosoof Emmanuel Levinas. ›Genieting‹ interpreteerde ik niet alleen als een adequate beschrijving van wat het betekent om solist te zijn, maar ook van het soort muziek dat de solist speelt. In ›Genieting‹ wordt de muziek teruggebracht tot haar constituerende elementen vanwaaruit ze vervolgens opnieuw wordt opgebouwd.

»La jouissance est un retrait en soi, une involution.
... une exaltation vibrante où le soi se lève.«

Emmanuel Levinas


Genieting IV

voor elektrische gitaar (2007)


toelichting | program notes (E)

I
In solostukken draait het vaak om de technische beheersing van het instrument en worden de grenzen van het mogelijke opgezocht. In de reeks solostukken onder de titel Genieting krijgt dit evenwel de trekken van een speler die de fysieke eigenschappen van het instrument in bezit neemt en tegelijk ondergaat: een elementaire wereld, die tegelijkertijd vreemd en ›anders‹ blijft voor speler en luisteraar.
Een groot deel van Genieting IV voor elektrische gitaar bestaat uit het tikken op de snaren met een steentje. Hierdoor kunnen gitaartonen tot klinken worden gebracht die je anders niet zou horen, maar die wel altijd meeklinken. Zij liggen buiten de normale omvang van de gitaar, in een klein gebied waar de snaar steeds ›korter‹ wordt en de tonen steeds dichter bij elkaar komen te liggen. Zó dicht bij elkaar dat tussenliggende tonen (microtonen) gemakkelijk tot klinken komen. Hiervan wordt dankbaar gebruik gemaakt! De linkerhand is vrij om óf in het ›gewone gebied‹ tonen te spelen, óf om snaarresonanties toe te laten: met het tikken van het steentje op de desbetreffende snaar resoneert een door de linkerhand gegrepen noot mee. Op deze manier is dus tweestemmige muziek mogelijk op één snaar.

II
Genieting IV kan gelezen worden als een muzikale mijmering bij het vallen van de avond waarin langzamerhand de sterrenhemel verschijnt. Maar het oppervlak van dit stuk weerspiegelt ook de vorming van het universum en de geboorte van een ster. Geluid speelt hierbij een belangrijke rol zoals blijkt uit recente ontdekkingen en aannamen in kosmologie en sterrenkunde.

Zo gelezen begint het stuk [Twilight/Big Bang] met een oerknal: een niet te controleren uitbarsting waarin ›alles‹ al aanwezig is en wat later, uitgerekt in tijd en ruimte, verschillende gedaantes aanneemt. Met name de tonen D# en E zijn al aanwezig: aan het slot blijken dit de tonen te zijn die de dan geboren ster voortbrengt.

Van maat 35 tot 121 heeft het stuk het karakter van een soort impromptu, cantabile [Starry Sky/Imprints]. De gitaar klinkt op de gewone wijze, melodisch. Het oppervlak ontleent zijn structuur echter aan grafieken die asteroseismologen maken waarin zij de over zeer lange tijd waar-genomen lichtvariaties van een ster noteren in punten. Deze punten vormen samen een curve waaruit blijkt dat de ster periodieke geluidsgolven voortbrengt. Sommige sterren maken inderdaad geluid!
Hier zijn de ›punten‹ (de noten) het gevolg van rotationele verplaatsingen van vingerposities op de gitaarhals. Uitgangspunt waren groepjes van twee stijgende tonen gevolgd door twee dalende. De hieruit ontstane lange curve vormt het raster waarop de rest van Genieting is gebouwd.

Ook dit is de uitwerking van een voor een musicus veelbetekenende kosmologische aanname. De verdeling van de materie in het universum is namelijk niet willekeurig. Sterren, sterrenstelsels, clusters van sterrenstelsels ontstaan in een overwegend leeg heelal op de randen van enorm uitgerekte en gestolde geluidsgolven, die al aanwezig waren in de oersoep. Deze geluidsgolven zijn ontdekt als miniscule rimpelingen die zich aftekenen in de verder volkomen effen kosmische achtergrondstraling. Zij zijn dus de zaden van grootschalige structuren in het universum.

In de maten 121 tot 240 [Seeds of Structure/Cosmic Microwave Background] komen gebeurtenissen samen die zich afspelen op grote en op kleine schaal. Enerzijds maakt het tikken van het steentje op de snaren van de gitaar de kleinste fluctuaties hoorbaar van (micro)toon naar (micro)toon. Anderzijds zijn deze subtiele schakeringen in toon en ritme geënt op onderliggende, op veel grotere schaal optredende patronen die ontleend werden aan de hiervoor geëxposeerde tonencurve. Daarbij bleef de nootvolgorde ongewijzigd.

Uit deze structuren vormt zich een ster [Birth of a Star] in maat 240 tot einde. De ster wordt geboren uit een mechanisch proces van herhalingen van steeds dichter wordende toonwolken.

Hoe het verder deze ster vergaat kan worden beluisterd in Sternenrest, een groot werk voor elektronica, instrumentalisten, 192 luidsprekers en video, waarvan Genieting IV het eerste onderdeel is. Maar dan is aan dezelfde noten elektronische muziek toegevoegd.


Back to top